Topstukken uit de collectie
Pastelportretten van de familie Breet
November 1817 vervaardigde Wijnand Esser (1779-1860) meerdere pastelportretten van gegoede Zaandijker families, zoals Honig, Breet, De Jager, Houttuyn en Vis. In het Honig Breethuis hangen reproducties van de portretten van de gezinsleden en verwanten van de bewoners. De originelen worden vanwege de lichtgevoeligheid bewaard in het Zaans Museum.
Behangselschilderingen van Willem Uppink
Jacob Breet gaf de Amsterdamse behangselschilder Willem Uppink (1767-1849) opdracht de tuinkamer aan de Lagedijk te decoreren met een ensemble van handgeschilderde behangsels. Ze werden voltooid in 1830. Samen met een tweede Zaandijker ensemble uit 1832 vormen ze het sluitstuk van het oeuvre van deze kundige meester en daarmee van deze specifi eke vorm van Hollandse interieurkunst.
Staand horloge
Het 18de-eeuws Amsterdams staand horloge in de Zaankamer is vervaardigd door Jan Chris Sauer. De fraaie kast in Lodewijk XVI-stijl herbergt een uurwerk met figuurmechaniek, die het scheepsverkeer op het IJ in beeld brengt. Op de achtergrond zijn de torens van Amsterdam te zien en het ’s Lands Zeemagazijn (het huidige Scheepvaartmuseum). Rond de wijzerplaat staan personificaties van de toen bekende vier werelddelen. De klok werd in 1948 nagelaten door de buurvrouw van het museum, Louise Alberti.
Porseleinkabinet
Het 18de-eeuwse wortelnoten porseleinkabinet in de Salon is uitgevoerd in Lodewijk XV-stijl. Het kabinet stamt uit bezit van de Krommeniër rolredersfamilie Kaars Sijpesteijn. Dit kabinet diende ter vervanging van de in 1775 in opdracht van Cornelis Jacobsz. Breet (1739-1806) door meubelmaker Pieter Uylenburg gemaakte ‘Extra fraye Porceleijnkast’. De huidige kast staat op dezelfde plaats als destijds de kast van Uylenburg zoals aangegeven op een plattegrond vervaardigd door G.J. Honig in het jaar na het overlijden van Jan Jacobsz. Breet. De inhoud bestaat uit Chinees blauwwit porselein uit de Kangxi-periode. Deze stukken werden verzameld door Gesina Beatrix Brat (1814-1866), echtgenote van de Westzaner houthandelaar Cornelis Kruijt (1809-1856).
Linnenkabinet
Het 18e-eeuwse wortelnoten spiegelkabinet in de Salon is uitgevoerd in transitionstijl, die de overgang van Lodewijk XV naar Lodewijk XVI markeert. De inhoud is gebaseerd op de boedelbeschrijving van Aagje Cornelisd. Breet (1772-1830) en haar echtgenoot, de Kooger oliefabrikeur Cornelis Claasz. Honig (1773-1845), van wie portretten hangen in de Zaankamer. Evenals het gezin Breet-de Jager telde het gezin Honig-Breet vijf kinderen en de inboedel bestond uit een grote hoeveelheid linnengoed. Het echtpaar huwde in 1793 en zal zonder twijfel een rijke uitzet hebben gehad. De kast stamt uit bezit van de firma William Pont, die in 1828 een ‘Noordse en Oostzeese Houthandel’ stichtte. Het kabinet toont medaillons met een houtzaagmolen en figuren met attributen.
Miniatuurzilver
De Hollandse buffetkast in de Salon herbergt een selectie uit de collectie miniatuurzilver, bijeengebracht door mevrouw Adriana Elisabeth Peters-Vis (1914-1976). De stukken zijn hoofdzakelijk vervaardigd door 18de-eeuwse Amsterdamse zilversmeden van naam, zoals de families van Strant en Van Geffen. De collectie, in langdurig bruikleen gegeven door de Stichting Familie Vis, omvat tevens stukken vervaardigd door de Zaandijker zilversmid C. Schoorl, die zijn ondergebracht in het Zaans Museum.