Bericht Honig Breethuis | 4 juni 2019

Beste lezer,

Vanaf zondag 21 juni a.s. hoopt het Honig Breethuis de voordeur weer open te kunnen zetten voor bezoek. Momenteel wordt er achter de schermen gewerkt om uw bezoek zo veilig en comfortabel mogelijk te laten verlopen waarbij wij de richtlijnen van het RIVM volgen. Zo dient u straks van tevoren uw kaart met tijdslot te reserveren, kunnen er minder personen in het museum rondgeleid worden en worden er extra hygiënemaatregelen getroffen. In een volgend bericht informeren wij u nader over uw bezoek.
Verder in deze nieuwsbrief een bijdrage van senior adviseur Pier van Leeuwen over het huwelijk van Grietje Breet en Klaas Smit, die elkaar tweehonderd jaar geleden het jawoord gaven. Als laatste doet bestuurslid George Slieker de ins en outs uit de doeken van het tegeltableau dat de keukenwand siert.

 

Graag binnenkort tot ziens in het Honig Breethuis!

'In den Echt vereenigd'

 

Huwelijk Grietje Breet en Klaas Smit

Zaandijk, 4 juni 2020 - Precies tweehonderd jaar geleden trad op een winderige, regenachtige zondag Grietje Breet (1799-1867) in het huwelijk met de Koger koopman en oliefabrikant Klaas Smit (1801-1863). Hadden de winter en het voorjaar strenge vorst, sneeuwstormen en overstromingen gebracht, de temperatuur kwam op Grietjes trouwdag nauwelijks boven de 12 graden Celsius.
De bruiloft werd in familiekring gevierd met samenzang. In het Gemeentearchief Zaanstad is in de Boekerij van Jacob Honig Jansz. Jr. een bundeltje van twaalf pagina’s bewaard gebleven met ‘Zangstukjes ter bruilofte van den Heer Klaas Smit Evertsz. en Mejufvrouw Grietje Jacobz., in den Echt vereenigd den 4den Junij 1820’. 

Oudste dochter
Grietje was de oudste dochter van papierfabrikant Jacob Cornelisz. Breet en Grietje Jansd. de Jager. Voor 1826 woonde het gezin Breet-de Jager aan de Lagedijk 93 (oude nummering), later betrokken zij het Honig Breethuis aan de Lagedijk 80. Drie jaar voor haar huwelijk werd Grietje als 18-jarige schone in pastel vereeuwigd door de reizende portrettist Wijnand Esser (afb. header en footer). Uit hetzelfde jaar stamt een zilveren miniatuurmandje, dat haar initialen en meisjesnaam draagt, alsmede het jaartal 1817. Recentelijk verwierf het Honig Breethuis een zogenaamd bakerkussentje vervaardigd bij de geboorte van Grietje, het jaar na het huwelijk van haar ouders.

Familiereisjes
Van 5 juli tot 1 augustus 1809 nam Grietje als 10-jarig meisje deel aan een ‘Reis van Plaizier’ van haar ouders naar Gelderland en Kleef. Hiervan is een reisjournaal bewaard gebleven. Ook in 1836 was ze van de partij tijdens een familietripje naar Gelderland. Ditmaal begeleid door haar ouders, echtgenoot, broer Cornelis en zuster Maartje, eveneens met echtgenoot en nichtjes Geertje en Grietje, de beide dochters van zus Maartje. Op deze reis ging tevens Grietjes eigen dochtertje mee, dat het jaar tevoren ter wereld kwam. 

40-jarig huwelijk
In 1860 werd het robijnen echtverbond van Grietje en Klaas gevierd. In een vitrine in de Zaankamer van het Honig Breethuis bevinden zich een zilveren huwelijkspenning en een porseleinen kopje vervaardigd ter gelegenheid van dit feest. Omstreeks deze tijd moeten ook de portretfoto’s hierboven zijn gemaakt van beide echtelieden. Drie jaar na het 40-jarig huwelijk stierf Klaas Smit. Grietje overleefde haar echtgenoot vier jaar; zij overleed in de ouderdom van 68 jaar ‘tot diepe droefheid van hare kinderen, kleinkinderen en betrekkingen’.

Pier van Leeuwen

Afbeelding: Klaas Breet gefotografeerd door J.B. Snoek, Amsterdam en Grietje Breet, mogelijk ter gelegenheid van hun 40-jarig huwelijk, 1860. Stichting Archief Honig(h)

Zaanse scheepswerf

 

Scheepsbouwhistorie

Bij een bezoek aan het Honig Breethuis zal onze gids u wijzen op het tegeltableau dat de keukenwand naast de kelderdeur siert. Bestuurslid George Slieker deed onderzoek naar dit fraaie object.

Op het tegeltableau zien we een Zaanse scheepswerf, daterend uit de achttiende eeuw. Het tableau is afkomstig van een huis aan het Zevenhuizen, een voormalig buurtje in Wormerveer. Het lag tussen het Krommenieërpad en de rooms-katholieke kerk Onze Lieve Vrouwe Geboorte aan de Marktstraat, en verdween na 1945. Mogelijk ging het om de werf van Floris Wezel, die hier zijn bedrijf had. Het tableau bestaat uit zestien tegels in blauw en wit.

Kromme knieën
Goed te zien is hoe het er op een werf toen aan toe ging. Op de helling staat een schip, een ‘platbodem’ herkenbaar aan de vlakke bodem en de zijzwaarden, klaar om te water gelaten te worden. Rechts ligt een partij zogeheten knieën. Knieën waren houten constructiedelen voor de scheepsbouw die afkomstig waren uit speciaal daarvoor aangeplante productiebossen. Deze bossen bevonden zich in Scandinavië (onder andere in Denemarken); ze waren door Nederlanders aangelegd om over een constante levering van scheepshout te kunnen beschikken. De opgaande hoofdtakken van de benodigde eikenbomen werden met zware kabels kromgetrokken en groeiden zo in de vereiste vorm. Dat leverde kromme delen op waarin de nerf van het hout met de kromming meeliep en zodoende een uiterst sterk constructiedeel opleverde. Deze zogenoemde kromhouten werden onder meer gebruikt in de spanten (ribben) van het schip. De voormalige werf en nu museum 't Kromhout in Amsterdam ontleende hieraan zijn naam. Een spant bestond uit meerdere delen: de ligger, de krommer (die zorgde voor de ronding van het spant) en het opgaande deel, de 'oplanger'. Net als korbelen in de Zaanse houtbouw werden knieën ook gebruikt om liggende balken, zoals de dekbalken, te ondersteunen en het schip tot een stijf geheel te maken. De geproduceerde kromhouten waren zo sterk dat ze, nadat het schip na een aantal reizen afgeschreven was en gesloopt werd, vaak werden hergebruikt. In sommige Zaanse houten huizen worden in de dakconstructie dan ook nog krommers aangetroffen die uit een oudere tijd komen dan de bouwtijd van het huis. Recycling is dus niet alleen van deze tijd!

Handzagers
Verder is te zien hoe hout nog met de hand werd gezaagd: het te bewerken deel ligt op twee bokken en de houtzagers, een onder en de andere op het werkstuk doen hun werk met een enorme handzaag. De uitvinding van de houtzaagmolen betekende dan ook een enorme vooruitgang voor de scheepsbouw en vooral een grote productieversnelling. Het hout kwam overigens vaak uit Duitsland en werd in vlotten over de Rijn naar Nederland vervoerd. Verder is nog een man afgebeeld die bij een vuur staat waarboven een pot hangt. Teer wellicht? Dat gebruikte men om het hout te beschermen en de naden tussen de huidplanken mee af te dichten (breeuwen). Met het tableau hebben we een fraai stukje scheepsbouwhistorie in huis.

George Slieker

Afbeelding: Tegeltableau met voorstelling van een Zaanse scheepswerf. ZOV-07280.