De mispel, niet zo rot als hij lijkt
Zo rot als een mispel. Wie kent de uitdrukking niet? Niet iedereen weet dat er een mispel in de tuin van het Honig Breethuis staat. Wanneer de boom werd geplant is niet helemaal duidelijk, wel dat hij inmiddels een niet meer weg te denken onderdeel van de tuin is. Ten tijde van de familie Breet was de tuin bleekveld; hier werd de was te bleken gelegd en gedroogd. De tuin in de huidige vorm dateert uit onze tijd. Fruitbomen stonden vaak in de moestuinen die families als Breet hadden. Mispels komen in Nederland in het wild nog maar weinig voor, maar krijgen nu weer meer aandacht als 'vergeten' fruit.
De mispel in de museumtuin is flink uit de kluiten gewassen, hij kan tot zes meter hoog worden. De bloeitijd valt in mei. De mispel vormt kleine, harde, goudbruine vruchten, die in oktober rijp, maar dan nog ongenietbaar, melig en wrang zijn. Pas na de eerste nachtvorst worden ze zacht en bruin en dan kunnen ze na een poosje gegeten worden. Na de pluk dienen drie tot vier weken bewaard te worden op een koele plaats. De vrucht wordt dan 'beurs' en de smaak zoet weeïg.
Het gezegde: 'Zo rot als een mispel' is in dit geval een positieve aanduiding want pas dan is de vrucht eetbaar. Als de mispel eenmaal zacht is, is hij maar een paar dagen houdbaar, omdat hij dan gemakkelijk kan gaan beschimmelen en echt gaan rotten.
Voor sommigen is de mispel een lekkernij, er kan onder meer jam, compote en likeur van gemaakt worden. De vruchten zijn rijk aan vitamine C en goed voor de maag en spijsvertering.
De mispel, die dit jaar een bijzonder rijke oogst lijkt te gaan opleveren, is tot de eerste nachtvorst te bewonderen tijdens openingstijden in de museumtuin. Recepten welkom!