Zaanse scheepstimmerwerf

Achttiende-eeuws tegeltableau met voorstelling van een Zaanse scheepswerf.
Achttiende-eeuws tegeltableau met voorstelling van een Zaanse scheepswerf.

Bij een bezoek aan het Honig Breethuis zal onze gids u wijzen op het tegeltableau dat is ingemetseld in de keukenwand naast de kelderdeur. Bestuurslid George Slieker deed onderzoek naar dit fraaie object. Op het tegeltableau zien we een Zaanse scheeps(timmer)werf, daterend uit de achttiende eeuw. Het tableau is afkomstig van een huis aan het Zevenhuizen, een voormalig buurtje in Wormerveer.

Het stond tussen het Krommenieërpad en de rooms-katholieke kerk Onze Lieve Vrouwe Geboorte aan de Marktstraat, en verdween na 1945. Mogelijk ging het om de werf van Floris Wezel, die hier zijn bedrijf had. Het tableau bestaat uit zestien tegels in blauw en wit.

Kromme knieën
Goed te zien is hoe het er op een werf toen aan toe ging. Op de helling staat een schip, een ‘platbodem’ herkenbaar aan de vlakke bodem en de zijzwaarden, klaar om te water gelaten te worden. Rechts ligt een partij zogeheten knieën. Knieën waren houten constructiedelen voor de scheepsbouw die afkomstig waren uit speciaal daarvoor aangeplante productiebossen. Deze bossen bevonden zich in Scandinavië (onder andere in Denemarken); ze waren door Nederlanders aangelegd om over een constante levering van scheepshout te kunnen beschikken. De opgaande hoofdtakken van de benodigde eikenbomen werden met zware kabels kromgetrokken en groeiden zo in de vereiste vorm. Dat leverde kromme delen op waarin de nerf van het hout met de kromming meeliep en zodoende een uiterst sterk constructiedeel opleverde. Deze zogenoemde kromhouten werden onder meer gebruikt in de spanten (ribben) van het schip. De voormalige werf en nu museum ‘t Kromhout in Amsterdam ontleende hieraan zijn naam. Een spant bestond uit meerdere delen: de ligger, de krommer (die zorgde voor de ronding van het spant) en het opgaande deel, de ‘oplanger’. Net als korbelen in de Zaanse houtbouw werden knieën ook gebruikt om liggende balken, zoals de dekbalken, te ondersteunen en het schip tot een stijf geheel te maken. De geproduceerde kromhouten waren zo sterk dat ze, nadat het schip na een aantal reizen afgeschreven was en gesloopt werd, vaak werden hergebruikt. In sommige Zaanse houten huizen worden in de dakconstructie dan ook nog krommers aangetroffen die uit een oudere tijd komen dan de bouwtijd van het huis. Recycling is dus niet alleen van deze tijd!

Handzagers
Verder is te zien hoe hout nog met de hand werd gezaagd: het te bewerken deel ligt op twee bokken en de houtzagers, een onder en de andere op het werkstuk doen hun werk met een enorme handzaag. De uitvinding van de houtzaagmolen betekende dan ook een enorme vooruitgang voor de scheepsbouw en vooral een grote productieversnelling. Het hout kwam overigens vaak uit Duitsland en werd in vlotten over de Rijn naar Nederland vervoerd. Verder is nog een man afgebeeld die bij een vuur staat waarboven een pot hangt. Teer wellicht? Dat gebruikte men om het hout te beschermen en de naden tussen de huidplanken mee af te dichten (breeuwen).
Met het tableau hebben we een fraai stukje scheepsbouwhistorie in huis.